Hoe maak je je eerste bocht op ski’s?

Beginnende skiër in rode jas maakt perfecte ploegbocht op versgeprepareerde sneeuw met Alpenbergen en dennenbomen onder heldere blauwe hemel.

Die eerste bocht op ski’s. Een magisch moment voor iedere beginnende skiër! Je staat bovenaan een (mini) helling, je hart klopt in je keel, en dan is het tijd om in beweging te komen. Maar hoe doe je dat eigenlijk? Hoe zorg je ervoor dat je niet alleen veilig, maar ook met een goed gevoel die eerste bocht maakt? In dit artikel helpen we je op weg met praktische tips en uitleg die je direct kunt toepassen. Of je nu helemaal nieuw bent in de sneeuwwereld of na jaren weer op de latten staat, deze handvatten zorgen ervoor dat je met meer vertrouwen en plezier die eerste bochten gaat maken.

De juiste houding voor je eerste bocht

Een goede skihouding is de basis voor elke succesvolle bocht. Denk aan je houding als het fundament van een huis – zonder stevig fundament stort alles in. Maar geen zorgen, de juiste houding leer je snel!

Begin met je voeten ongeveer heupbreedte uit elkaar. Je knieën zijn licht gebogen, niet op slot. Dit is de basishouding waar alles mee begint. Buig vanuit je enkels en knieën zodat je schenen licht tegen de voorkant van je skischoenen drukken. Zo heb je meer controle over je ski’s.

Je bovenlichaam is rechtop, niet voorover gebogen of achterover leunend. Stel je voor dat er een touwtje aan de bovenkant van je hoofd zit dat je omhoog trekt. Je armen zijn ontspannen en licht gebogen voor je lichaam, alsof je een groot dienblad vasthoudt.

De gewichtsverdeling is heel belangrijk: zorg dat je gewicht gelijkmatig verdeeld is over beide ski’s. Je gewicht rust op het midden van je voeten – niet op je tenen of hielen. Als je te veel op je hielen leunt, verlies je controle en ga je sneller dan je wilt.

Kijk altijd in de richting waar je naartoe wilt. Je lichaam volgt namelijk automatisch je blik! Dus niet naar je ski’s kijken (hoe verleidelijk ook), maar naar het punt waar je naartoe wilt glijden.

Basisbeweging van de eerste bocht

Nu je weet hoe je moet staan, is het tijd om in beweging te komen. De eerste bochten die je leert, zijn meestal ploegbochten. Bij deze techniek staan je ski’s in een V-vorm (de ‘pizzapunt’ of ‘ploeg’), waarmee je snelheid kunt controleren.

Laten we de basisbeweging stap voor stap doornemen:

  1. Begin in de ploegpositie (ski’s in V-vorm) op een lichte helling
  2. Zorg dat je gewicht gelijkmatig verdeeld is over beide ski’s
  3. Om een bocht naar rechts te maken, verplaats je je gewicht geleidelijk naar je linkerski (de buitenski in de bocht)
  4. Om een bocht naar links te maken, verplaats je je gewicht naar je rechterski

Het sturen gebeurt vooral met je voeten en benen, niet met je bovenlichaam. Denk aan het drukken met je grote teen voor een rechterbocht en met je kleine teen voor een linkerbocht. Je binnenski (de ski aan de kant waar je naartoe draait) heeft minder druk dan je buitenski.

Tijdens het maken van een bocht is het belangrijk om je bovenlichaam stabiel te houden. Terwijl je onderbenen sturen, blijft je bovenlichaam rustig en naar voren gericht. Dit geeft je balans en controle.

De snelheid waarmee je de bocht maakt, bepaal je met de breedte van je ploeg. Hoe wijder de V-vorm, hoe langzamer je gaat. Als je meer vertrouwen krijgt, kun je de ploeg wat minder wijd maken voor iets meer snelheid.

Oefen eerst met hele rustige, brede bochten. Als dit goed gaat, kun je geleidelijk overgaan naar wat strakkere bochten. Geduld is hier de sleutel – geef jezelf de tijd om het gevoel te ontwikkelen.

Veelvoorkomende fouten bij beginnende skiërs

Elke beginnende skiër maakt fouten – dat hoort erbij! Bewust worden van deze valkuilen helpt je om sneller vooruitgang te boeken. Hier zijn de meest voorkomende fouten en hoe je ze kunt vermijden:

Achterover leunen

Dit is misschien wel de nummer één fout. Als je achterover leunt, verlies je controle over je ski’s en neemt je snelheid toe. Het voelt misschien veiliger om je gewicht naar achteren te brengen, maar het tegenovergestelde is waar!

Oplossing: Focus op het voelen van je scheenbeen tegen de voorkant van je skischoen. Denk aan de houding van een voetballer die klaar staat om de bal te ontvangen.

Te veel op de binnenkant van de ski steunen

Veel beginners zetten te veel druk op de binnenkant van hun ski’s, waardoor je minder grip hebt en makkelijker wegglijdt.

Oplossing: Probeer bewust te voelen hoe je op de volledige voetzool staat, met een lichte druk naar de buitenkant van je voet tijdens de bocht.

Stijf of gespannen skiën

Spanningen in je lichaam maken het moeilijker om soepel te bewegen en aan te passen aan het terrein.

Oplossing: Schud tussen de afdalingen door je armen en benen los. Adem bewust in en uit tijdens het skiën. Denk aan dansen op de sneeuw, niet aan overleven!

Te veel haast hebben

Veel beginners willen te snel te veel. Ze proberen sneller te gaan of moeilijkere pistes te nemen voordat de basistechniek goed zit.

Oplossing: Neem de tijd om de basis echt onder de knie te krijgen. Een goede basis maakt alle volgende stappen makkelijker. Lees meer over het juiste tempo bij skiles.

Niet ver genoeg vooruit kijken

Als je alleen naar je ski’s of de sneeuw vlak voor je kijkt, reageer je te laat op wat er komt.

Oplossing: Kijk altijd minimaal 3-5 meter vooruit in de richting waar je naartoe wilt. Je lichaam volgt vanzelf!

Van ploegbocht naar parallelle bocht

Als je comfortabel bent met de ploegbocht, is de volgende stap richting de parallelle bocht. Dit is waar het echte skiën begint! De overgang is niet iets wat je in één dag leert – het is een geleidelijk proces waarbij je steeds een beetje opschuift van ploeg naar parallel.

Hier zijn enkele oefeningen die je helpen deze overgang te maken:

De ploeg verkleinen

Begin met het maken van je vertrouwde ploegbochten, maar probeer de V-vorm van je ski’s steeds iets kleiner te maken. Je merkt dat je hierdoor wat sneller gaat, maar ook dat je meer controle krijgt over de beweging.

De hokey-pokey

Tijdens een rustige afdaling in ploeg, til je binnenski (de ski aan de kant waar je naartoe draait) steeds even op tijdens de bocht. Zo leer je vertrouwen te hebben op alleen je buitenski, wat cruciaal is voor parallelle bochten.

De vliegende start

Begin je afdaling met parallelle ski’s. Maak pas een ploeg op het moment dat je de bocht inzet. Na de bocht breng je je ski’s weer parallel. Zo schakel je tussen parallel en ploeg.

De harmonicabocht

Start je bocht in ploeg en eindig de bocht door je ski’s weer parallel te brengen. Bij de volgende bocht herhaal je dit. Je beweegt als een harmonica tussen ploeg en parallel.

Onthoud dat deze overgang tijd kost. Sommige skiërs doen er een paar dagen over, anderen een paar weken. Het belangrijkste is dat je plezier blijft hebben tijdens het leren!

Bij elke nieuwe techniek is het slim om terug te gaan naar een wat makkelijkere piste. Zo kun je veilig experimenteren zonder de stress van een te steile of drukke helling.

De sleutel tot een goede parallelle bocht ligt vooral in de kantbeweging en het verschuiven van je gewicht. In plaats van te ‘duwen’ met je ski’s (zoals bij de ploeg), ga je ze meer ‘kantelen’ om te sturen.

Als je merkt dat je vastloopt in je ontwikkeling, kan een les van een ski-instructeur wonderen doen. Een paar gerichte tips kunnen precies het zetje zijn dat je nodig hebt om door te breken naar het volgende niveau.

Die eerste bochten op ski’s zijn het begin van een prachtig avontuur in de bergen. Bij Ski-Pro begrijpen we hoe belangrijk het is om de basis goed onder de knie te krijgen. Daarom werken we samen met ski-instructeurs die precies weten hoe ze je kunnen helpen bij het nemen van die eerste belangrijke stappen op de piste. Of je nu kiest voor privéles of groepsles, met de juiste begeleiding ontwikkel je snel een goede techniek die je skiplezier enorm verhoogt. Want daar draait het uiteindelijk om: genieten van de bergen, de sneeuw en het heerlijke gevoel van glijden!

Frequently Asked Questions

Hoe lang duurt het meestal voordat je comfortabel bochten kunt maken als beginner?

De meeste beginners kunnen binnen 2-3 skidagen basisbochtentechniek ontwikkelen. Het verschilt per persoon, maar met 2-3 uur oefening per dag kun je meestal binnen twee dagen comfortabel ploegbochten maken. Voor parallelle bochten is gemiddeld 5-7 skidagen nodig. Onthoud dat consistente oefening belangrijker is dan snelle vooruitgang – neem de tijd om elke stap goed te beheersen voordat je verdergaat.

Wat moet ik doen als ik tijdens een bocht in paniek raak en val?

Paniekmomenten zijn normaal voor beginners! Als je voelt dat je de controle verliest, focus dan op je basishouding: knieën gebogen, gewicht naar voren, en maak de ploeg breder om snelheid te verminderen. Mocht je toch vallen, probeer dan 'klein' te worden door je ledematen dicht bij je lichaam te houden en niet met je handen af te zetten. Na een val, neem even pauze, analyseer wat er gebeurde, en begin opnieuw met een nog rustigere snelheid. Elke val is een leermoment!

Hoe kan ik thuis oefenen om mijn skitechniek te verbeteren?

Er zijn diverse oefeningen die je thuis kunt doen: balanceer op één been om je stabiliteit te verbeteren, doe squats voor beenkracht, en oefen met een balance board om je evenwichtsgevoel te trainen. Je kunt ook je bochtentechniek 'droog oefenen' door de bewegingen langzaam door te nemen en je voor te stellen dat je op de piste staat. Videotraining bekijken helpt ook – er zijn uitstekende YouTube-tutorials die laten zien hoe een perfecte bocht eruitziet vanuit verschillende hoeken.

Welke specifieke spieroefeningen helpen bij het verbeteren van mijn skitechniek?

Focus op je quadriceps (dijspieren), hamstrings, kuiten en core-spieren. Squats, lunges en wall-sits zijn uitstekend voor beenkracht. Plankoefeningen versterken je core, wat essentieel is voor balans. Single-leg oefeningen zoals één-been deadlifts verbeteren je stabiliteit. Begin 6-8 weken voor je skitrip met 2-3 trainingssessies per week voor het beste resultaat. Ook balansoefeningen op een onstabiele ondergrond trainen de kleine stabilisatiespieren die je tijdens het skiën veel gebruikt.

Hoe weet ik wanneer ik klaar ben om naar een moeilijkere piste te gaan?

Je bent klaar voor een moeilijkere piste wanneer je consistent en gecontroleerd kunt afdalen zonder ongewenste versnellingen of veelvuldig vallen. Je zou in staat moeten zijn om je snelheid te allen tijde te controleren en zowel links als rechts bochten te maken met vertrouwen. Een goede vuistregel: als je een piste drie keer achtereen probleemloos afdaalt en je daarbij zelfs een beetje verveelt, is het tijd om een niveau hoger te gaan. Vraag bij twijfel advies aan een ski-instructeur!

Wat zijn de beste oefeningen om over de angst voor snelheid heen te komen?

Begin met 'traverseren' (zijwaarts over de piste glijden) om comfortabel te worden met je ski's. Oefen daarna korte stukjes rechtuit glijden met een ploegstop aan het einde. Verhoog geleidelijk de afstand. Visualisatietechnieken helpen ook: stel je voor hoe een succesvolle afdaling eruitziet voordat je start. Ademhalingsoefeningen kunnen angst verminderen; probeer diep in te ademen voor je vertrekt en rustig uit te ademen tijdens het skiën. Tenslotte kan een ervaren skileraar je specifieke vertrouwensoefeningen geven afgestemd op jouw niveau.

Hoe kan ik het beste omgaan met verschillende sneeuwcondities als beginnende skiër?

Als beginner is het verstandig om vooral bij goede, geprepareerde pistes (corduroy) te blijven - deze herken je aan de gegroefde patronen in de sneeuw. Bij ijzige condities is het belangrijk om je bochten wat ruimer te maken en extra druk te geven op de buitenski voor meer grip. In verse, zachte sneeuw kun je juist wat meer rechtop staan en bredere bewegingen maken. Poedersneeuw is uitdagend voor beginners - wacht daarmee tot je meer ervaring hebt. Volg altijd het advies van lokale ski-instructeurs over de beste pistes gezien de dagelijkse sneeuwcondities.

You might also like